opgaan

opgaan
{{opgaan}}{{/term}}
[stijgen] monter
[m.b.t. de zon] se lever
[zich begeven naar] se rendre(à)
[examen afleggen] se présenter (à un examen)
[juist zijn] tenir debout
[+ in][in beslag genomen worden] être absorbé (dans)
[in elkaar overgaan] fusionner
voorbeelden:
1   〈figuurlijk〉 er gaan stemmen op des voix se lèvent
     een opgaande weg une route qui monte
2   de opgaande zon le soleil levant
3   de straat opgaan sortir; 〈m.b.t. betoging〉 descendre dans la rue
6   helemaal in z'n werk opgaan être absorbé par son travail
7   in de menigte opgaan se mêler à la foule
→ {{link=pad}}pad{{/link}}
¶   die wijn gaat vanavond nog wel op nous finirons bien ce vin dans la soirée

Deens-Russisch woordenboek. 2015.

Игры ⚽ Нужно решить контрольную?

Share the article and excerpts

Direct link
Do a right-click on the link above
and select “Copy Link”